Afschakelen - bedrijven en industrieën

Algemene informatie

Deze winter wordt ons land geconfronteerd met de plotse onbeschikbaarheid van meerdere nucleaire centrales. Het evenwicht tussen productie en verbruik wordt hierdoor op de proef gesteld. De bijkomende capaciteit die nodig is om de bevoorradingszekerheid te kunnen garanderen gedurende de ganse winter en die initieel op 1600 tot 1700 MW geschat werd, is geëvolueerd in functie van de gevonden oplossingen om vandaag een niveau te bereiken tussen 600 tot 900 MW. Dit cijfer wordt voortdurend gerevalueerd.

In samenspraak met de federale Minister van Energie en diverse marktpartijen worden nu verschillende opties voortdurend bekeken die oplossingen kunnen bieden. Elia, de transportnetbeheerder voor elektriciteit, ziet voorlopig onvoldoende oplossingen die het adequaatheidsprobleem volledig kunnen wegwerken gedurende de ganse winter. Daarom kunnen we op vandaag, zelfs wanneer de Belgische én internationale markt ons alle beschikbare capaciteit aanleveren (productie, vraagrespons en import), de activering van het afschakelplan niet uitsluiten. Sinds midden oktober, doorloopt Elia wekelijks een operationeel proces die de voorspellingen voor de week nadien bekijkt. Zo kan, in samenspraak met de bevoegde autoriteiten de eventuele maatregelen voor de week nadien bekeken worden.

Het afschakelplan, als onderdeel van het federale crisisplan, zal echter maar in allerlaatste instantie ingezet worden wanneer alle andere maatregelen onvoldoende blijken om het evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van elektriciteit op het net te herstellen.

In het kader van het afschakelplan kunnen alle klanten aangesloten op het distributienet in een schijf die opgenomen is in het afschakelplan, te maken krijgen met een eventuele stroomonderbreking in geval van effectieve schaarste.

De wetgeving voorziet dat de distributienetbeheerder na afschakeling een lijst met prioritaire klanten kan hervoeden. Prioritaire klanten zijn voornamelijk de algemene en psychiatrische ziekenhuizen, de beheerscentrales voor noodoproepen en de eigen posten van de netbeheerders. In geval van selectieve afschakeling zal de bevoorrading van deze prioritaire klanten in principe niet onderbroken worden.

Het risico op afschakeling bestaat voor alle klanten verbonden met de distributienetten (midden en laagspanning). Klanten die rechtstreeks verbonden zijn met het hoogspanningsnet van Elia zullen daarentegen niet afgeschakeld worden, behalve wanneer ze een contract met Elia hebben om in geval van schaarste afgeschakeld te worden. Dit zogenoemd contractueel afschakelbaar vermogen zal in geval van schaarste ingezet worden alvorens over te gaan tot toepassing van het afschakelplan voor de distributienetten.

Het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende ‘een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe’ voorziet in artikel 312, §5, dat de transportnetbeheerder Elia de taak heeft om een afschakelplan aan de Minister van Energie voor te stellen. De Minister legt het afschakelplan vast na advies van de CREG en in overleg met de Minister van Economie.

In toepassing van deze bepaling werd het ministerieel besluit van 3 juni 2005 ‘tot vaststelling van het afschakelplan van het transmissienet van elektriciteit’ uitgevaardigd.

Op basis van de ervaringen tijdens de winter van 2014-2015 heeft een werkgroep onder leiding van de FOD Economie en het kabinet van de Minister van Energie werk gemaakt van de aanpassing van het wettelijk kader dat voorgelegd werd aan de CREG. Het ministerieel besluit verwijst in het bijzonder naar twee situaties : hoe om te gaan met plotse fenomenen (een frequentiedaling als gevolg van een aaneenschakeling van probleemsituaties) en hoe om te gaan met "voorzienbare" schaarste situaties.

Het ministerieel besluit bepaalt in welke prioriteitsorde de klanten mogen worden afgeschakeld of verwijst naar de beslissingen die de minister moet nemen.

Als gevolg van de gedane vaststellingen gedurende de winter 2014 werden het Koninklijk Besluit en het Ministerieel Besluit gewijzigd in 2016.

Daarnaast heeft het afschakelplan inhoudelijk een aantal wijzigingen ondergaan om de A- en B-gedeelten in de zones ZO en ZW te kunnen afschaffen, om de impact op het Gentse havengebied en de luchthavens te beperken en om te voldoen aan de verplichting om de impact van een incident in België op het Europese elektriciteitssysteem te beperken. Op die manier heeft men ernaar gestreefd om de wettelijke en technische vereisten van het afschakelplan zo veel mogelijk te verzoenen met de maatschappelijke en economische context.

Zoals wettelijk bepaald zijn het de Ministers die economie en energie onder hun bevoegdheid hebben die de beslissing nemen en de opdracht geven tot afschakeling wanneer uit de analyse van de transportnetbeheerder blijkt dat alle andere maatregelen ontoereikend zijn om het aanbod op de vraag af te stemmen. De netbeheerders voeren vervolgens de beslissing van de bevoegde ministers uit.

Om het afschakelplan en de betreffende gemeenten te kennen, klik hier. Niet noodzakelijk alle delen van een gemeente vallen in dezelfde afschakelschijf. Door de netstructuur of exploitatiewerken kunnen bepaalde delen in een andere afschakelschijf vallen.

Het gaat om een lijst van klanten die door de overheid als prioritair beschouwd worden en die vastgelegd is door het ministerieel besluit. Deze lijst bevat voornamelijk de algemene en psychiatrische ziekenhuizen, de beheerscentrales voor noodoproepen en de eigen posten van de netbeheerders.

De lijst met prioritaire klanten is vastgelegd door het ministerieel besluit. In geval van een selectieve afschakeling zal de bevoorrading van de prioritaire klanten in principe niet onderbroken worden.

Voor de afschakeling

Schaarste is een voorzien globaal tekort van het elektriciteitsaanbod (productie en invoer) ten opzichte van de elektriciteitsvraag op een bepaald ogenblik. Alle verbruikers, dus ook zij die zich niet in een zone van het afschakelplan bevinden, kunnen bijdragen tot het beperken van het risico op schaarste en dus van het risico op afschakeling van een deel van de verbruikers door hun verbruik te beperken op de momenten waarop de globale vraag het hoogst is. Het is doorgaans in de late namiddag en vroege avond (17-20u) dat de vraag een piek bereikt (verlichting, elektrische fornuizen, ovens,... worden meer gebruikt op die momenten). Een manier om het risico op schaarste te beperken is bijvoorbeeld het vervroegen of uitstellen van het gebruik van bepaalde elektrische toestellen (bijvoorbeeld de wasmachine, droogkast of vaatwasmachine) of het gebruiken van de microgolfoven i.p.v. de klassieke oven. Elke actie om zijn verbruik te beperken op het piekmoment is nuttig wanneer een risico op schaarste in het vooruitzicht gesteld wordt.

Het is belangrijk om te beseffen dat een onderbreking van de stroomvoorziening steeds mogelijk is, ongeacht het risico op schaarste. Deze onderbreking kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van werken aan de netinfrastructuur of van een storm die bepaalde onderdelen van het net beschadigd heeft. Iedere gebruiker moet dus voorbereid zijn om gedurende enkele uren zonder elektriciteit te kunnen. De preventieve maatregelen die in dergelijk geval noodzakelijk zijn, zijn door iedere gebruiker zelf afzonderlijk te bepalen in functie van zijn eigen situatie. Belangrijk hierbij is ook te weten dat moderne verwarmingsketels (zowel op aardgas, op stookolie als op pellets) elektriciteit nodig hebben om te werken: een stroomonderbreking stelt deze ketels dus buiten werking.

Wanneer je verneemt dat je op een bepaald moment afgeschakeld zult worden, kun je best zelf vooraf je elektrische toestellen uitschakelen. Zo ben je zeker dat de toestellen uitgeschakeld zijn en dat ze niet zonder dat je het weet opstarten wanneer het net terug onder stroom gebracht wordt.

Tijdens de afschakeling

Vanaf de winter 2015 -2016 werd een gewijzigde procedure qua afschakeling overeengekomen tussen de transportnetbeheerder Elia en de distributienetbeheerders : de selectieve afschakeling. Concreet houdt dit in dat indien de beslissing tot afschakeling hen tijdig en op voorhand wordt meegedeeld, de distributienetbeheerders zelf kunnen instaan voor de afschakeling van de door de bevoegde Ministers gekozen schijf, volgens de instructies van Elia, maar zonder hierbij de prioritaire klanten af te schakelen. Het belangrijkste voordeel van deze methode is dat de bevoorrading van de prioritaire klanten zoals de algemene en psychiatrische ziekenhuizen, in de mate van het mogelijke, op geen enkel moment, wordt onderbroken.

Indien om de een of andere reden, het onmogelijk is om tot een selectieve afschakeling over te gaan, dan zal de standaardprocedure toegepast worden : Elia voert de afschakeling uit van de posten die de distributienetwerken bevoorraden en die zich in de gekozen schijf bevinden, vervolgens zullen de distributienetbeheerders de prioritaire klanten opnieuw stroom geven.

In geval van een “klassieke” (en geen selectieve) afschakeling betekent vanuit technisch oogpunt een afschakeling het loskoppelen van bepaalde delen van het distributienet door tijdelijk de verbinding met het hoogspanningsnet van Elia te onderbreken. In dit proces is het niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen verbruikers en tussen producenten die aangesloten zijn op het distributienet. Productie-eenheden aangesloten op een onderdeel van het distributienet dat afgeschakeld wordt, zullen bijgevolg onderbroken worden en zich automatisch afkoppelen van het net, conform de veiligheidsvoorschriften opgelegd door de geldende reglementering. Dit geldt voor alle decentrale productie-eenheden aangesloten op het distributienet, ongeacht hun productievermogen.

Vervolgens zal de distributienetbeheerder de productie-eenheden die rechtstreeks aangesloten zijn op een hoogspanningspost zo snel mogelijk terug onder spanning brengen, zodat deze kunnen bijdragen tot het beperken van de schaarste. De andere productie-eenheden daarentegen, of deze nu aangesloten zijn op het laagspannings- of middenspanningsnet, kunnen niet snel hervoed worden omdat ze zich bevinden op onderdelen van het net waar de productie lager is dan het verbruik. Deze onderdelen hervoeden zou het schaarsteprobleem enkel verergeren, wat absoluut vermeden moet worden.

In geval van een selectieve afschakeling (toepasbaar indien de afschakeling voldoende op voorhand wordt meegedeeld) zullen de distributienetbeheerders, in de mate van het mogelijke, de MS-netlussen, waarop de geïnjecteerde hoeveelheid energie constant hoger ligt dan de hoeveelheid verbruikte energie, onder spanning houden.

Wat betreft de fotovoltaïsche zonnepanelen, is het belangrijk om op te merken dat een eventuele afschakeling zich normaal gezien enkel zal voordoen in de winter wanneer er een verbruikspiek is. Deze verbruikspiek komt doorgaans voor na 17u, wanneer er weinig of geen fotovoltaïsche productie is.

Het is belangrijk om te beseffen dat een onderbreking van de stroomvoorziening steeds mogelijk is, ongeacht het risico op schaarste. Deze onderbreking kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van werken aan de netinfrastructuur of van een storm die bepaalde onderdelen van het net beschadigd heeft. Iedere gebruiker moet dus steeds voorbereid zijn om gedurende enkele uren zonder elektriciteit te kunnen. De preventieve maatregelen die in dergelijk geval noodzakelijk zijn, zijn door iedere gebruiker zelf afzonderlijk te bepalen in functie van zijn eigen situatie. Er bestaan verschillende systemen om een stroomonderbreking van het net geheel of gedeeltelijk te ondervangen (batterijen, noodgeneratoren): het is aan de gebruiker (eventueel met de hulp van een installateur) om de keuze te maken die voor hem het meest geschikt is.

Indien jouw generator (of in geval van zonnepanelen je omvormer) parallel werkt met het distributienet moet, bij het wegvallen van de netspanning, je generator afgekoppeld worden. Als je installatie daarop voorzien is, kan zij als alternatief in eilandwerking gaan.

Dit type van installatie moet verplicht bekend gemaakt worden bij de distributienetbeheerder en moet beantwoorden aan het technische voorschrift C10/11 van Synergrid.

  1. plaats je generator steeds op een goed verluchte plaats, bij voorkeur buiten
  2. vooraleer de generator te gebruiken, schakel je de hoofdschakelaar van je elektrische binneninstallatie om zodat je afgekoppeld bent van het distributienet. Je dient afgekoppeld te blijven gedurende de volledige gebruiksduur.
  3. sluit niet je volledige installatie op de groep aan, maar enkel die toestellen die je elektrisch wil hervoeden
  4. sluit geen toestel uit een badkamer, in de nabijheid van een zwembad of in een andere ruimte met water aan op de groep (bij gebrek aan een differentiaalschakelaar op deze groepen)
  5. wanneer je beschikt over fotovoltaïsche zonnepanelen en er zou een afschakeling plaatsvinden in het midden van de dag (wat weinig waarschijnlijk is), probeer je dan niet gelijktijdig te voeden via de groep en via de fotovoltaïsche panelen

Daarnaast moet je er rekening mee houden dat wanneer een noodgenerator meerdere elektrische kringen bevoorraadt, dit een ingreep ter hoogte van het verdeelbord vereist. Dit kan je het best overlaten aan een vakman. Iedere belangrijke wijziging van de elektrische installatie moet immers gebeuren volgens de regels van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Een erkend controleorganisme moet daarna controleren of deze regels gerespecteerd werden. Dat geldt zowel wanneer de generator in eilandwerking gaat, als wanneer hij parallel met het net bevoorraadt.

Generatoren die parallel kunnen werken met het net moeten verplicht bekend gemaakt worden bij de distributienetbeheerder en moeten beantwoorden aan het technische voorschrift C10/11 van Synergrid. De installatie van een generator is bovendien onderworpen aan de milieuwetgeving. Afhankelijk van het vermogen van de generator en de hoeveelheid gestockeerde brandstof kan het zijn dat je meldingsplicht hebt of zelfs een milieuvergunning nodig hebt voor de generator, voor de opslag van de brandstof of voor beide. De modaliteiten verschillen van gewest tot gewest.

Er zijn twee mogelijke manieren om met een noodgenerator bij te dragen tot de goede werking van het elektriciteitssysteem: ofwel via een commercieel akkoord met een evenwichtsverantwoordelijke (in dat geval wordt de generator in werking gesteld op vraag van deze evenwichtsverantwoordelijke), ofwel door deel te nemen aan een van de reserves (tertiaire reserve R3DP) van Elia bedoeld om het evenwicht op het net te bewaren (in dat geval wordt de generator in werking gesteld op vraag van Elia, via een aggregator).

In beide gevallen is een voorafgaandelijk akkoord van de distributienetbeheerder vereist en moet de noodgroep beantwoorden aan de technische voorschriften van de distributienetbeheerder, zoals bepaald in de regionale reglementering.

Na de afschakeling

Deze cabines zijn uitgerust met een minimum spanningsmodule. Dit apparaat ontkoppelt de installatie van de klant automatisch van het net wanneer de spanning op het net wegvalt. Eens het net opnieuw onder spanning staat, moet de klant zelf zijn installatie opnieuw op het net aansluiten. De netbeheerder komt niet tussen voor deze handeling.

Deze winter wordt ons land geconfronteerd met de plotse onbeschikbaarheid van meerdere nucleaire centrales. Het evenwicht tussen productie en verbruik wordt hierdoor op de proef gesteld. De bijkomende capaciteit die nodig is om de bevoorradingszekerheid te kunnen garanderen gedurende de ganse winter en die initieel op 1600 tot 1700 MW geschat werd, is geëvolueerd in functie van de gevonden oplossingen om vandaag een niveau te bereiken tussen 600 tot 900 MW. Dit cijfer wordt voortdurend gerevalueerd.

In samenspraak met de federale Minister van Energie en diverse marktpartijen worden nu verschillende opties voortdurend bekeken die oplossingen kunnen bieden. Elia, de transportnetbeheerder voor elektriciteit, ziet voorlopig onvoldoende oplossingen die het adequaatheidsprobleem volledig kunnen wegwerken gedurende de ganse winter. Daarom kunnen we op vandaag, zelfs wanneer de Belgische én internationale markt ons alle beschikbare capaciteit aanleveren (productie, vraagrespons en import), de activering van het afschakelplan niet uitsluiten. Sinds midden oktober, doorloopt Elia wekelijks een operationeel proces die de voorspellingen voor de week nadien bekijkt. Zo kan, in samenspraak met de bevoegde autoriteiten de eventuele maatregelen voor de week nadien bekeken worden.

Het afschakelplan, als onderdeel van het federale crisisplan, zal echter maar in allerlaatste instantie ingezet worden wanneer alle andere maatregelen onvoldoende blijken om het evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van elektriciteit op het net te herstellen.

In het kader van het afschakelplan kunnen alle klanten aangesloten op het distributienet in een schijf die opgenomen is in het afschakelplan, te maken krijgen met een eventuele stroomonderbreking in geval van effectieve schaarste.

De wetgeving voorziet dat de distributienetbeheerder na afschakeling een lijst met prioritaire klanten kan hervoeden. Prioritaire klanten zijn voornamelijk de algemene en psychiatrische ziekenhuizen, de beheerscentrales voor noodoproepen en de eigen posten van de netbeheerders. In geval van selectieve afschakeling zal de bevoorrading van deze prioritaire klanten in principe niet onderbroken worden.

Het risico op afschakeling bestaat voor alle klanten verbonden met de distributienetten (midden en laagspanning). Klanten die rechtstreeks verbonden zijn met het hoogspanningsnet van Elia zullen daarentegen niet afgeschakeld worden, behalve wanneer ze een contract met Elia hebben om in geval van schaarste afgeschakeld te worden. Dit zogenoemd contractueel afschakelbaar vermogen zal in geval van schaarste ingezet worden alvorens over te gaan tot toepassing van het afschakelplan voor de distributienetten.

Het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende ‘een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe’ voorziet in artikel 312, §5, dat de transportnetbeheerder Elia de taak heeft om een afschakelplan aan de Minister van Energie voor te stellen. De Minister legt het afschakelplan vast na advies van de CREG en in overleg met de Minister van Economie.

In toepassing van deze bepaling werd het ministerieel besluit van 3 juni 2005 ‘tot vaststelling van het afschakelplan van het transmissienet van elektriciteit’ uitgevaardigd.

Op basis van de ervaringen tijdens de winter van 2014-2015 heeft een werkgroep onder leiding van de FOD Economie en het kabinet van de Minister van Energie werk gemaakt van de aanpassing van het wettelijk kader dat voorgelegd werd aan de CREG. Het ministerieel besluit verwijst in het bijzonder naar twee situaties : hoe om te gaan met plotse fenomenen (een frequentiedaling als gevolg van een aaneenschakeling van probleemsituaties) en hoe om te gaan met "voorzienbare" schaarste situaties.

Het ministerieel besluit bepaalt in welke prioriteitsorde de klanten mogen worden afgeschakeld of verwijst naar de beslissingen die de minister moet nemen.

Als gevolg van de gedane vaststellingen gedurende de winter 2014 werden het Koninklijk Besluit en het Ministerieel Besluit gewijzigd in 2016.

Daarnaast heeft het afschakelplan inhoudelijk een aantal wijzigingen ondergaan om de A- en B-gedeelten in de zones ZO en ZW te kunnen afschaffen, om de impact op het Gentse havengebied en de luchthavens te beperken en om te voldoen aan de verplichting om de impact van een incident in België op het Europese elektriciteitssysteem te beperken. Op die manier heeft men ernaar gestreefd om de wettelijke en technische vereisten van het afschakelplan zo veel mogelijk te verzoenen met de maatschappelijke en economische context.

Zoals wettelijk bepaald zijn het de Ministers die economie en energie onder hun bevoegdheid hebben die de beslissing nemen en de opdracht geven tot afschakeling wanneer uit de analyse van de transportnetbeheerder blijkt dat alle andere maatregelen ontoereikend zijn om het aanbod op de vraag af te stemmen. De netbeheerders voeren vervolgens de beslissing van de bevoegde ministers uit.

Om het afschakelplan en de betreffende gemeenten te kennen, klik hier. Niet noodzakelijk alle delen van een gemeente vallen in dezelfde afschakelschijf. Door de netstructuur of exploitatiewerken kunnen bepaalde delen in een andere afschakelschijf vallen.

Het gaat om een lijst van klanten die door de overheid als prioritair beschouwd worden en die vastgelegd is door het ministerieel besluit. Deze lijst bevat voornamelijk de algemene en psychiatrische ziekenhuizen, de beheerscentrales voor noodoproepen en de eigen posten van de netbeheerders.

De lijst met prioritaire klanten is vastgelegd door het ministerieel besluit. In geval van een selectieve afschakeling zal de bevoorrading van de prioritaire klanten in principe niet onderbroken worden.